Angst
Haar oren hadden de voetstappen achter haar al lang geregistreerd voordat ze haar zouden inhalen. Onbewust kromp Eva in elkaar en versnelde haar pas. Voor het eerst werd ze zich bewust van haar omgeving. Ze keek om zich heen. De lange wandelweg lag er verlaten bij en bood haar geen schuilplaats. Waar was ze eigenlijk? En hoe kwam ze hier?
Haar gedachten sprongen terug naar het moment eerder vandaag waarop haar man Ramon onverwacht thuiskwam. Toen de sleutel in het slot knarste, voelde ze al dat het weer mis zou gaan. Het huis was nog niet zo netjes opgeruimd als Ramon het graag had… Haar man stapte over de drempel en keek geërgerd om zich heen. Alles irriteerde hem tegenwoordig. Hoe anders was dat toen ze hem nog maar net kende. Ze zag de bekende en gevreesde blik in zijn ogen verschijnen. In plaats van zoals gewoonlijk te verstijven, zette ze het op een lopen. Dat verraste niet alleen haarzelf, maar ook Ramon. Ze kon met haar tengere gestalte nog net onder zijn arm doorglippen voordat hij de deur op slot kon doen. Ze rende, rende in blinde paniek weg van haar leven. Tot ze niet meer kon en haar tempo moest verlagen.
De voetstappen haalden haar in. Ze had geen energie meer om haar pas verder te versnellen. Natuurlijk was Ramon haar gevolgd. Met zijn trotse en bezitterige aard kon hij haar niet zo maar laten gaan. Het had haar bijna twee jaar gekost om achter het beeld van de knappe, attente man die zo onverwacht aandacht aan haar onbeduidende persoontje had besteed, zijn ware aard te zien. Er was niets meer over van de man die alles wat ze deed leuk vond en haar verraste met kleine cadeautjes. Tegenwoordig deed ze alles verkeerd. En hoe ver ze ook rende, hij zou haar altijd vinden.
De voetstappen waren nu vlak achter haar. Ze hoorde het gehijg en rook de zweetlucht. Gelaten trok ze haar schouders hoog op en dook alvast helemaal ineen in afwachting van de klappen die ze ging krijgen. Maar de eerste pijnscheut bleef uit, er gebeurde niets…
Doodsbang keek ze opzij en zag niet Ramon, maar een ongeschoren man in een regenjack en joggingbroek die wel haar vader had kunnen zijn. Verbeeldde ze het zich of keek hij haar ook vaderlijk en troostend aan? Ze had zich het liefst in zijn armen geworpen. Veilig voor Ramon en de rest van wereld. Maar dat kon natuurlijk niet. Wat zou de niets vermoedende man wel van haar denken? De man keek haar een kort moment aarzelend aan en sloeg toen als eerste zijn ogen neer en rende verder.
Eva knipperde met haar ogen en staarde de verdwijnende man verward na. Haar kans op redding was al vervlogen voordat ze het in de gaten had gehad. Wat kon ze nu doen? Waar kon ze heen?