De doos
Toet, toet!!
‘Wat toeter je nou, ik heb gewoon voorrang hoor’, mompelt Suze in zichzelf terwijl ze de andere automobilist een boze blik toewerpt. Ze heeft haast en vastberaden stuurt ze haar auto de weg op. De man kan niet anders dan achter haar aansluiten. In haar achteruitkijkspiegel ziet ze dat hij gevaarlijk dicht op haar bumper rijdt. Ook maakt de man woeste gebaren. Wat heb ik me nu weer op de hals gehaald, denkt Suze. Ze probeert rustig te blijven rijden. Even later ziet ze de auto een zijstraat inslaan en kan ze opgelucht ademhalen.
Ze nadert de rotonde en wil rechtsaf slaan, maar een fietser gebaart driftig naar haar. ‘Hoezo, wat heb jij nu weer! Fietsers hebben niet op iedere rotonde voorrang hoor’, moppert ze geïrriteerd. Ze snijdt de fietser de pas af en ziet hem nog steeds heftig gebaren.
Wat is het vanochtend druk op de weg. Suze dacht dat ze even snel de boodschappen en het pakketje op kon halen voordat haar dochtertje uit school kwam, maar het wordt zo wel erg krap. Wat een gestress. Wat heeft iedereen een kort lontje. Gelijk toeteren of gebaren maken.
Een tegemoetkomende auto haalt haar met zijn seinende lichten uit haar overpeinzingen. Suze schrikt op. Was ze in gedachten te veel op de linkerbaan terecht gekomen? Ze dacht van niet, maar waarom seint die auto dan? Gelukkig is ze bijna thuis en waarschijnlijk nog net op tijd.
Suze rijdt haar straat in en parkeert de auto langs de stoep. Ze stapt uit. Dan ziet ze de doos die bovenop haar auto staat. Met haar handen vol tassen met boodschappen had ze het pakketje even op het dak gezet om de tassen in de auto te kunnen zetten. In de haast was ze de doos daarna vergeten…