Efficiënte zorg
Het was avond en donker in de parkeergarage. Met een korte kreet zakte ik door mijn enkel en voor ik het wist, lag ik op de groezelige, plakkerige vloer. Een felle pijnscheut trok door mij heen en ik wist gelijk dit is foute boel…
Op de röntgenafdeling van het ziekenhuis was het vonnis snel geveld: gebroken voet. Dus op naar de gipskamer. Deze ruimte werd gedomineerd door een enorm computereiland in het midden. Wij werden geparkeerd in een van de behandelplekken in de hoeken. Verpleegkundigen en artsen liepen in en uit of zaten geconcentreerd achter hun computerschermen. Plotseling dook er een arts op in ons hoekje. ‘U heeft een gebroken middenvoetsbeentje. Dat komt wel vaker voor als de enkel zo plotseling en ver omklapt. U krijgt geen gips, maar een brace.’ En weg was ze. Even later kwam een broeder aanzetten met een soort skischoen. Hij deed voor hoe ik de brace aan moest doen en liet zien welke app ik op mijn mobiel kon installeren om na te lezen hoe alles werkte. De arts keek even op van haar computerscherm en zei: ‘U kunt gaan hoor, die kant op.‘ Eenmaal buiten stonden we even met onze ogen te knipperen. Thuis kwamen na de opluchting ook de vragen. Wat nu? Geen controlefoto? Geen controleafspraak? Na bestudering van de app bleek dat allemaal niet nodig te zijn. Er was wel een telefoonnummer wat ik bij calamiteiten kon bellen.
Tegenwoordig moet alles efficiënt zijn en om de digitalisering kun je ook in de zorg niet meer heen, maar waar blijft de empathie? Soms is een klein gebaar of een blik van verstandhouding al voldoende om je als mens gezien te voelen. In het systeem werd vastgelegd dat ik de juiste behandeling had gekregen, maar mijn gevoel vertelde iets anders.