Toen ik begon met Elst over geluk deed ik dat mede in de hoop dat ik iets kon leren van de mensen die ik interviewde. Ik zag daarbij vooral oudere mensen voor me. Iemand met een stuk meer levenservaring zou, dacht ik, vast nieuwe inzichten kunnen geven over geluk. Ik had minder gerekend op het inzicht van jongeren.
Mijn idee bij pubers was dat ze vooral bezig zijn met zichzelf, hun school en vrienden. Natuurlijk zijn dat ook onderwerpen die aan bod komen, maar al snel kijken ze breder. Zo begon Vera een enthousiast verhaal over hoe goed de gezondheidszorg en de wegen in Nederland zijn, en dat je eigenlijk al heel veel geluk hebt als je in Nederland geboren wordt. Ze verbaasde me, vijftien jaar oud en dan al zo helder zien dat geluk meer is dan een leuke hobby. Even dacht ik dat ze misschien een uitzondering was. Dat veranderde toen ik een gastles gaf op een middelbare school. Een jongen schreef op dat hij gelukkig is omdat hij gewoon normaal te eten en te drinken heeft. Een meisje vertelde dat het haar gelukkig maakt dat ze wordt geaccepteerd zoals ze is.
Het zijn de constateringen waar we als volwassenen in de drukte van alledag wel eens aanvoorbijgaan. Ik vind het mooi dat jongeren ons dan weer even helpen herinneren hoeveel geluk we als vanzelfsprekend zien. Mijn eigen vooroordeel over dat ik van jongeren weinig meer kan leren over geluk is dan ook snel van tafel geveegd. Van iedereen is iets moois te leren, soms juist als je het niet verwacht.