Dit jaar gaan wij ervaren of we het trekken op onze toerfietsen nog leuk vinden. En dan met name het overnachten in een trekkerstentje.
7 Jaar geleden hebben we dat voor het laatst gedaan tijdens onze ‘Ronde van Nederland’. Ieder met 2 voortassen, 2 achtertassen, en respectievelijk de tent en de boodschappentas op de bagagedrager.
We beginnen voorzichtig aan, dichtbij huis.
De NTKC heeft prachtige stille terreinen en die in Ugchelen kennen we nog niet.
Hier is alleen een handpomp waarmee je water uit de grond pompt, en een gat met wc-bril waar je na afloop van de stoelgang opgepompt water in moet gieten.
Op de kampmeester na, is er nog een enkele kampeerder, niet vanuit ons plekje te zien.
Vooraan op de camping wordt gewaarschuwd voor de wolf, de adder en de muis... De wolf lijkt ons wel wat, die hebben we niet eerder in het wild gezien.
Echter, al de eerste nacht zit er een muis in de voorraadtas. We denken slim te zijn door de proviand in de binnentent te leggen. De tweede nacht zelfs met een lekkere gevulde koek waar manlief gek op is... De muis kennelijk ook: hij vreet zich een gat door de binnentent, net als ik heerlijk slaap (altijd even wennen op het zelfopblaasbare matje). Nu zit de muis ín de tent. Ik til een bewegend hoesje van ‘t een of ander op en de muis maakt een reuze sprong, wat mij een reuze gil ontlokt. Uiteindelijk leggen we de koek aan de buitenkant bij het gat en gelukkig vindt de slimme muis de uitgang. Later vertelt een medekampeerder dat je het best eten in een boom kan hangen. Tsjonge, dat weten we nog van de beren in Canada, maar dat we dat voor muizen moeten doen....
Vervolgens trekken we naar Den Treek, net op tijd voordat de wolf het daar onveilig maakt. We zijn gewaarschuwd omdat hier heel veel muggen zijn. Heel eigenwijs trekken we ons er niks van aan. Het klopt: er zijn heel veel muggen. Gelukkig is er een aardige buurman die ons citronella-olie geeft, dat helpt. Ook krijg ik een heftige hooikoortsaanval - ik vergeet altijd dat ik daar soms last van heb - en weer word ik gered door een engel die histamine tabletjes bij zich heeft die hij zelf niet meer gebruikt.
Als we naar Amersfoort fietsen begint de trapper? de krenk? te kraken. Toevallig komen we langs een fietsenmaker. De fietsenmaker trekt zo het pedaal eraf. Wat een geluk dat dit precies op het goede moment gebeurt!
In Austerlitz op de camping denken we lekker te kunnen zonnen, maar de wind gooit roet in het eten.
Inwendig moet ik vreselijk lachen om al dit soort natuurlijke ‘ongemakken’.
Na deze korte try-out durven wij over de grens richting Luxemburg te gaan, alwaar we genieten van idyllische campings langs klaterende beekjes.
Gelukkig ik wel met elektrische ondersteuning, manlief doet het op eigen kracht.
Het is als Loesje zegt:
‘Kamperen: blijkt het leven eigenlijk heel simpel’